Streek-GR Limburgse Mijnen: Rondje Waterschei

De Streek-GR Limburg is een nieuwe Streek-GR in Limburg. Ze doet een beetje alle belangrijke steenkoolmijngebieden aan: Beringen, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Genk en Maasmechelen. Omdat het mijnverleden in Limburg heel recent is, is er een grote impact geweest op het sluiten van de mijnen, maar een nog grotere impact op het culturele. Genk heeft een grote multi-culturele samenleving, en omarmt die op een fascinerende manier.
Dit is een beetje een moeilijke etappe, niet omwille van het fysieke wandelen, maar omwille van de route. Ik was namelijk van plan om vanuit LABIOMISTA, waar ik vorige keer eindigde verder te gaan, met als doel de twee terrils van Zwartberg. Van daaruit ga ik weer terug naar de startplaats. De heenweg zou ik via de Streek-GR doen, de terugweg moest ik zelf verzinnen. Een beetje avontuur dus.

Startend aan LABIOMISTA gaat de Streek-GR meteen links de Toekomstlaan in. Waarom is me niet meteen duidelijk, want het is een saaie, grijze industrieweg. Na een paar honderd meter staat er echter een rood-gele pijl die linksaf wijst, naar het monument van Zwartberg. Het monument eert de mijn van Zwartberg, die als eerste van alle mijnen werd gesloten, in 1966. Het beschrijft ook de moeilijke periode na de sluitingen van de mijnen, en wat dat – tot op vandaag – betekent voor Limburg. Het schept context voor een verleden waar ik niets van ken, en iets waar de eerstvolgende kilometers nog mee in aanraking kom.

De route gaat verder door het kleine industriegebied en duikt daarna snel een klein bos in. In de hoop dat dit pad zo verder gaat en me zonder al te veel asfalt de wijken van Zwartberg instuurt ga ik vol goede moed het pad in. Maar ook hier weer, een heel stuk gerooid bos langs een voormalig spoor. De route is zó onduidelijk dat ik uiteindelijk toch maar op het voormalig spoorbed ga wandelen. Het spoorbed is overigens ook compleet opengebroken, maar wandelt in ieder geval een stuk fijner dan tussen de half verhakselde takken en boomstronken.

Na een paar teleurstellende minuten kom ik weer uit op de weg, maar dit keer ligt er een fietspad naast, dat al heel snel over de oude spoorbedding verder gaat. Deze oude spoorbedding is overigens niet zomaar een spoorlijn, maar is het zogenaamde “Kolenspoor”, een netwerk van spoorlijnen die in de tijd van de mijnen zowel de kolen als de kompels vervoerden. De route loopt een stuk over het fietspad, maar duikt op een moment dan toch het kleine bos in. Aan de andere kant van het bos komen we uit op voetbalvelden, waar op dit moment nog niet veel gedaan wordt. Wel hoor ik even later een oproep tot gebed klinken, althans dat vermoed ik. Het is duidelijk, dit is een heel diverse wijk. Het weekend erop zijn het gemeenteraadsverkiezingen, en ook dat is hier heel duidelijk. Je kan geen straat doorwandelen of je ziet wel een paar affiches ophangen, van verschillende partijen.

De route stuurt me langs allerlei straten en pleinen, om uiteindelijk via een park uit te komen op Thor Park. Thor Park is een campus voor allerlei technologische zaken, met een focus op energie en de maakindustrie. De inrichting is nog redelijk kaal, maar de vernieuwde gebouwen rond de schachten zijn heel mooi in de oude industriële omgeving opgenomen. Hier pik ik trouwens weer een oude bekende op, namelijk de Nationaal Park Hoge Kempen Trail (ze gaan toch ooit eens een betere naam moeten verzinnen, dit bekt echt niet lekker). Ik vervolg de route via een paal speelplekken om daarna via een vlonderpad het moerasgebied ten oosten van de terrils in te duiken. Dat het hier nat kan zijn is ook heel duidelijk, de paden zijn dus ook redelijk modderig.

Via een paar kleine vijvertjes komen we weer uit bij het Kolenspoor, om meteen daarna te klimmen naar het eerste niveau van de terril. De route is hier simpel: volg het pad naar de volgende terril. Je kan hier en daar wel iets afsnijden, en dat doe ik dan ook. De klimmetjes laten me duidelijk merken dat ik nog steeds geen held ben in trappen doen, en ik neem dan ook genoeg tijd om rond te kijken (en om op adem te komen). Boven de eerste terril staat er een fris windje, dus na even rondgekeken te hebben, ga ik weer naar beneden. Trappen afdalen gaat beter. De route leidt me naar de volgende terril, maar deze kan je niet helemaal beklimmen. Of toch niet officiëel, want ik hoor toch een paar stemmen boven me. Het pad is wel een van de tofste in deze tocht: het geeft een kleine bergervaring, iets dat ik niet had verwacht die dag. Doordat de terril is volgroeid met berken en struikgewas, moet het pad hier en daar toch wat kronkelen, terwijl je links van je een afgrond hebt, en rechts van de rest van de berg terril.

Aan alle mooie liedjes komen een einde, en ook dit kleine berggeluk stopt opeens. We zitten weer op de open vlakte van de terril, die we nog verder rondlopen. We kruisen nog eens de NP Hoge Kempen Trail en duiken nog eens een bos in. Ook dit leuk bospad slingert langs de uitlopers van de terril, om dan utieindelijk weer uit te komen op het normaal grondniveau. Bij het buitengaan van het terrilgebied verlaat ik de Streek-GR en ga ik naar links, naar het noordwesten. Ik volg een breed bospad dat makkelijk wandelt en me op een aangenaam tempo door het bos heen leidt. Het pad wordt steeds smaller en smaller, en via een paar kronkels komen we uiteindelijk aan bij een stukje heide.

De Opglabbeekse Zavel is een klein duingebied dat tussen de terrils van Waterschei en het vliegveld van Zwartberg inligt. Het vliegveld van Zwartberg is een klein vliegveldje, vooral gebruikt door zweefvliegers. Dat heb ik ook mogen merken bij de afdaling van de tweede terril, toen er vlak boven de terril opeens een zwever omhooggetrokken werd. Indrukwekkend om te zien, vooral ook hoe het sleepvliegtuig weer naar beneden duikt voor de volgende.
De route loopt verder door het kleine duingebied en al snel steek ik de Opglabbekerzavel (zo heet de weg) over. Komoot zegt dat er een wandelpad is, en zowaar het is er ook. Niet veel in gebruik, en behalve een halfvergaan karkas van vermoedelijk een hert kom ik niets of niemand tegen. Het pad eindigt in een open vlakte, maar al snel kom ik terug bij het kolenspoor uit, met het fietspad waar ik in het begin ben gestart. Ik kies ervoor om dit keer wel het fietspad te blijven volgen, omdat dat toch net iets makkelijker loopt.

Deze (korte) etappe van de Streek-GR laat de andere kant van het mijnverleden zien, de culturele, menselijke kant. Het is een woelige geschiedenis voor Limburg, en de provincie probeert op haar eigen manier daar een draai aan te geven. Net zoals deze Streek-GR, die hier en daar een paar twijfelachtige of zelfs slechte paden begaan is, zijn er ook mooie punten geweest. Ik kan het stuk terug niet per sé aanraden, maar dat komt gewoon omdat de wijk rond LABIOMISTA redelijk saai is.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.